Toen Ajax twee weken geleden in de thuiswedstrijd verzuimde om de 3-0, 4-0 en zelfs 5-0 te maken mopperde ik binnensmonds. De stemming was echter euforisch. Eindelijk weer eens een Nederlandse club die ver komt in Europa. Welliswaar een treetje lager dan het Koningsbal, maar toch, het bleef Europa.

Gisteravond was alle hoop wel verloren toen Schalke de 3 – 0 maakte. In mijn voetbal-volgende whatsapp groepje gingen mensen slapen want dit kon niet meer goed komen.

Ik – en Twitter – dacht hetzelfde: dit ging niet meer goedkomen, met tien man tegen een conditioneel sterker Schalke. Toch ging de verlenging vrolijk verder, en ineens was daar die ultieme kans, van Viergever notabene, die de hele wedstrijd al niet echt uitblonk. Het was niet perse een mooie goal, maar hij zat er in, en dat telde. Toen was het nog exact 9 minuten billenknijpen in een wedstrijd die toch vooral 111 minuten afzien was geweest. Een paar minuten later kreeg Ajax zelfs nog kans op de 3-2 en toen leek het er toch zomaar op dat er een wonder zou plaatsvinden: en dat gebeurde. Het is altijd enigzins raar om te zien dat een ploeg die verliest als winnaar van het veld stapte, maar dat is Europees voetbal: Ajax mag in de loting hopen op ofwel een topclub ManU of Lyon, óf een wat mindere, Celta. Met als aantekening dat er zo ver in het tournooi geen slechte teams meer zijn lijkt Celta toch wel de meest gunstige.