Auteur: Blauw

Waar gewerkt wordt worden ook fouten gemaakt, maar er is wel een ondergrens

Of het nu gaat om grote thema’s die door Rutte IV niet zo belangrijk worden gevonden (klimaat) of migranten die in een uithoek in Nederland zich aan moeten melden, alleen maar omdat dit het meest frustrerende is, en ter plekke horen dat er helemaal geen opvang voor ze is.

Een huizencrisis die nu al meer dan 20 jaar aan de gang is. Het toeslagenschandaal dat begon in Rutte III en nu niet alleen doorsuddert maar extra dimensies heeft gekregen met uithuisplaatsingen. Het is om van te huilen.

Waar gewerkt wordt worden ook fouten gemaakt. En soms leiden die fouten tot grote rampen, zeker als het gaat om de levens van mensen. Zie de aanpak van de corona-crisis. Of de toeslagenaffaire waar hele families nog jarenlang last van zullen hebben.

Over twintig jaar zullen we de volledige omvang kennen van alle schade die er in 4 kabinetten Rutte heeft plaatsgevonden. Opvolgers zullen beetje bij beetje weer een nieuw stelsel moeten bouwen en ook langzaam weer vertrouwen moeten terugwinnen. En dan bedoel ik: écht terugwinnen. Niet door het als ronkende slogan in je verkiezingen te presenteren terwijl je ergens een rapport overhandigd krijgt dat je tegelijkertijd professioneel weg probeert te moffelen.

En zo bleef ook Hugo gewoon overeind

Het was gisteren een lang debat waar ik vlagen van meekreeg. Soms is Twitter dan de beste methode: je vangt wat soundbites op, en ziet een kort filmpje van Jesse Klaver die het voor mij naamloze CDA kamerlid terugverwijst naar haar stoel na een hele reeks opmerkingen die het gedrag van de Jonge vergoeilijkten..

In het uitstekende FTM boek Sywerts miljoenen wordt een beeld geschetst van drie gesjeeste gasten die op slinkse wijze ambtenaren onder druk zetten via de publieke opinie om hier uiteindelijk schathemelrijk van te worden.

De Jonge ontkende altijd dat hij betrokken was bij deze deal, maar geopenbaard app-verkeer suggereerde heel anders.

Na een lange debat-dag kon Ron Fresen in het 8-uur journaal de stand opmaken: echt veel was er niet gewijzigd, en de politiek had vooral zichzelf weer een slechte dienst bewezen. Geen nieuw leiderschap, niemand die échte verantwoordelijkheid neemt. Alles bleef hetzelfde. In het meest gunstige geval hebben kabinet en kamer nog 3 jaar om te werken aan een geloofwaardige(re) politiek, mits Rutte IV niet al eerder valt. De kans dat dat laatste gebeurd acht ik overigens steeds minder groot, want zelfs iets groots als de toeslagenaffaire was voor Rutte III oorspronkelijk geen reden om af te treden. Toen bleek dat dit perfect samenviel met nieuwe verkiezingen was dit ineens bespreekbaar.

Gezien: drive to survive seizoen 4

Sinds de Formule 1 eigenaar is van een Amerikaanse partij is er een heel circus gebouwd rondom de marketing van F1. De samenwerking met de makers van Drive to survive is hier een goed voorbeeld van.

De serie gaat alweer naar z’n vierde seizoen en is traditie-getrouw te bekijken via Netflix.

Zoals ik al eerder op dit blog opmerkte is show een belangrijk onderdeel. Het is daarom geen documantaire, maar ook niet echt een reality show: eigenlijk is DTS een uniek genre.

De makers richten zich op een publiek dat Formule 1 nog niet kent, of al een beetje kent en graag alle achtergrond nog beter uitgelegd krijgt. Doordat de makers het niet te nauw nemen met de realiteit is Max Verstappen afgehaakt: hij ziet zijn eigen verhaal liever niet op een andere manier verteld en doet daarom niet mee. Dit moet de makers in een lastige situatie hebben gebracht want het slot van het seizoen komt natuurlijk uitgebreid aan bod.

Een aantal teambazen maakt wederom z’n opwachting, waaronder Günther Steiner van Haas en Jost Capito de nieuwe baas van Williams: beide symphatieke figuren.

Ik vond dat seizoen 4 echt een stuk minder ergeniswekkend was dan de vorige seizoenen waar allerlei fake-commentaar en nep-rivaliteit werd getoond die overduidelijk alleen voor de show bedoeld was. Het was een seizoen waar de makers hopelijk willen breken met hun versie van een documantaire en nu echt de kant kiezen van het realistisch verhaal: dat is immers al spectaculair genoeg.

Ferryshur

Gezien de influx aan beroerd geacteerde reclame vroeg ik me af: is dit nou express zo tenenkrommend slecht?

Case: twee mensen komen bij een vrouw op bezoek die een beveiligingssysteem heeft geïnstalleerd. De man die op bezoek komt vraagt hier beleefd naar en krijgt van de vrouw des huizes een korte uitleg. Daarop zegt de man tegen zijn eigen vrouw: nou, misschien moeten wij dit systeem dan ook maar eens overwegen.

Op een toon waarop geen enkel normaal mens een conversatie zou voeren, vooral niet in de context van op bezoek gaan.

Ook is er een matrassenverkoper met een verschrikkelijk script dat in z’n geheel niet naturel voelt.

Ik vraag me toch af hoe dat werkt: het reclamebureau schrijft een script uit, en doet de video productie. Er worden wat acteurs ingevlogen om alles te doen. En dan?

Is dit een bewuste tactiek? Is het goedkope productie? Kopen mensen meer als ze zien dat iets volledig nep is? Is het gunstig om mensen te ergeren? Zodat ze blogs zoals deze gaan schrijven? Allemaal vragen.

Neil Young (niet meer) op Spotify

Neil Young haalt zijn muziek van Spotify om te protesteren tegen nepnieuws die voorbij kwam in de podcast van Joe Rogan, de man die enkele jaren geleden voor 100 miljoen naar het platform werd gelokt door Spotify.

Young valt in een frame dat recent nogal populair lijkt te zijn geworden: alles wat op internet staat en onjuist is moet met man en macht worden bestreden.

Nepnieuws is helaas overal. Het is alleen een misvatting om te denken dat mensen daar dan ook maar vol intrappen. Nepnieuws is geen vitale infectie dat zodra je wordt geconfronteerd met nepnieuws je dat ook direct geloofd: het verandert kritische consumenten niet instant in hersenloze zombies.

Er is genoeg reden om grote platforms als Facebook, Twitter en misschien zelfs Spotify te wantrouwen als het gaat om de algoritmes die bepalen wat wij te zien krijgen en hoe echt dit nieuws is. Maar één ding is voor mij helder: een podcast waarin een man 1,5 uur kritisch wordt bevraagd over Covid is niet iets dat we dan maar moeten weghouden uit Spotify. Zelfs de waarschuwing waar het bedrijf nu mee komt vind ik eerlijk gezegd een beetje slap: zorg er voor dat mensen zelf blijven nadenken wat ze horen, zeker in een show als die van Rogan waar werkelijk van alles voorbij komt.

Hoe een blind persoon glas weggooit

Kijk, wees ik mijn zoontje. Je hebt hier een letter, de W van wit. Daarmee kan een blind iemand zien dat het witte glas in de linkerbak moet.

Maar hoe weet die persoon dan dat hij wit glas in handen heeft? Vroeg mijn zoon.

Dat wist ik zelf ook niet.

2 – Rutte IV

Dat Mark Rutte al aan zijn vierde termijn als minister president starte was afgelopen week nog wel het meest in het oog springend. Want makkelijk waren die vier kabinetten toch niet en de problemen waar ze – soms – over stuikelden al helemaal niet.

Ik vind het nog wel het meest verwonderlijk dat een rechts kabinet zo lang zo veel steun krijgt, terwijl er grote verontwaardiging is over typisch rechtse aanpak: huizencrisis, gezondheidszorg, klimaat etc. etc.

Volkskrant columnist Sander Schimmelpennick verwoorde het op Twitter zo:

Ik heb me er altijd over verbaasd dat het geen enkele linkse partij lukt om met een geloofwaardig en sympathiek verhaal stemmen te winnen. En daarom zitten we nu dus weer met een incarnatie van Rutte. Het is een beetje een Marvel franchise: we hebben alle superhelden wel gezien maar er moeten voor de ijdelheid van de filmbazen nog 3 films gemaakt worden. Hopelijk komt Rutte niet zo ver.

1 – wie schrijft, blijft

Een paar jaar geleden deed ik op dit blog een experiment om 100 artikelen te schrijven. Dit lukte toen met handen en wurgen.

Dit jaar doe ik een nieuwe poging, om ongeveer dezelfde reden. Ik vind het leuk om iets te documenteren over mijn eigen leven, wat me bezig houd en wat voor zaken ik tegen kom op het web.

Verwacht dus weer 100 stukjes van sterk wisselende kwaliteit die desondanks uit een goed hart zijn 😉

Teskey Brothers

Als je van je fiets valt

Gisteren viel ik met mijn zoon van m’n fiets. Na mijn val keek ik snel hoe hij er aan toe was. Behalve geschrokken had ie niets en zelf was ik op een schaafplek op m’n linkerknie ook niet gewond.

Zo’n valpartij (er reed een jongetje tegen ons achterwiel) doet je eventjes beseffen dat je behoorlijk kwetsbaar bent op twee dunne bandjes. De schrik zit er de rest van de dag nog best in.

Mijn woonplaats Groningen is een uitstekende plek om de fiets te nemen, in een radius van ongeveer 2,7 kilometer is werkelijk alles te bereiken en is de fiets veruit de snelste methode, afgezien van wat deelscooters die het stadsbeeld nu (waarschijnlijk tijdelijk) vervuilen.

Ik had ooit een Amerikaanse vriend te logeren in Utrecht, en hij vroeg zich af hoe iedereen zo probleemloos kon fietsen in zulke drukte. Dat deed hij terwijl ie achter op mijn fiets op de bagagedrager zat, iets dat ie vanzelfsprekend ook nog nooit had gedaan.

Die vraag houdt me nog steeds wel bezig, bijvoorbeeld op drukke kruispunten waar veel fietsers tegelijkertijd oversteken.

Ik zie daar ook veel buitenlandse studenten oversteken. Zij hebben het beduidend moeilijker om goed te integreren in de fiets-mores van de stad.

Een aantal observaties hoe we dit doen:

  • Doorfietsen. Ik was eens in Carmel, een schattig plaatsje langs de Route 1 in Amerika waar ik door werkelijk iedere automobilist op ieder kruispunt ruimschots werd voorgelaten. Hoewel dit heel fijn en aardig klinkt is het ook nogal vreemd want je leert hierdoor de regels eigenlijk ook niet, en je kunt alsnog niet echt doorrijden want je kunt er ook niet op vertrouwen dat je dan van iedereen voorrang krijgt. In de Nederlandse fietscultuur is echter de regel dat je zelf doorfietst, en alleen in uiterste nood stopt of zelfs hard remt. Hierdoor blijven mensen bewegen, ook in drukke situaties. Je krijgt hierdoor minder botsingen met fietsers die wel doorfietsen.
  • Op onoverzichtelijke kruispunten waar fietsers elkaar kruisen (en dus potentieel de grootste kansen hebben om elkaar te raken) kijken mensen ver vooruit, en zoeken ze bewust of onbewust al een pad dat ze gaan nemen. Ze fietsen vervolgens zelfverzekerd over deze uitgekiende baan. Over eventuele tegenliggers wordt nagedacht om hier ofwel voor, ofwel achterlangs te kruisen.
  • Met oogcontact kan worden bekeken wat de intentie is van andere fietsers. Fietsers kijken altijd de kant op waar ze heen willen. Door de kijkers kunnen ook de minder-kijkers worden ontlast want deze kunnen probleemsloos verder fietsen: ze worden gecompenseerd door de mensen die wel goed opletten.
  • Fietscultuur: omdat we al van jongs af aan leren fietsen hebben we ingebakken dat fietsen niet gevaarlijk is. Helmen zijn hier dan ook eerder uitzondering dan regel en men is niet bang om te vallen. De perceptie is ook dat je niet zomaar kunt vallen.