Categorie: sport

Albon

Mijn vorige blog was een verhandeling over waarom Red Bull niet zo’n haast had met het vervangen van Pierre Gasly. Goed, daar zat ik dus even flink naast. Het waren toch het gebrek aan prestaties van Gasly die Red Bull uiteindelijk deed besluiten dat er iets moest gebeuren. En toen waren er nog twee opties: Albon een kans geven, of Kvyat weer terug te promoveren.

Het werd dus Albon, en het moet gezegd: in Spa ging het eigenlijk meteen behoorlijk goed, ondanks een start van achteren haalde Albon met enkele gewaagde moves een flink aantal coureurs in. En ook in Monza deed Albon redelijk goed mee. Kortom: geslaagde move?

Ja en nee.

Het lijkt er op dat Albon snelheid te kort komt om ook echt voorin mee te doen. Zeg maar het scenario dat Mercedes heeft met Bottas. Nu is dat eigenlijk ook niet zo’n probleem omdat de focus toch op Max Verstappen blijft liggen maar Albon moet wel genoeg in de buurt blijven om ook een ondersteunende rol te blijven spelen en van waarde te zijn. De komende races in Singapore heeft Albon een goede kans om te bewijzen dat hij ook probleemloos in de top 6 kan rijden. Mocht dit dit seizoen niet – structureel – lukken dan staat Kvyat volgend jaar weer klaar. Wat dat betreft is dit een echte win/win voor Red Bull gebleken: een performance test op een seizoen dat toch grotendeels verloren is qua constructeurs-titel.

Formule #1 de omslag

Net toen het écht een verschrikkelijk saai en eenzijdig seizoen dreigde te worden gebeurde er gisteren in Oostenrijk iets heel bijzonders. Dat Max won was mooi, maar wat er op de baan gebeurde was eigenlijk nog veel mooier.

We zagen twee toekomstig wereldkampioenen op het scherpst van de snelde – en in de laatste ronden – knokken om de winst. Die winst ging dus naar Max, maar de strijd tussen hem en LeClerc was ronduit fantastisch om te zien.

Mercedes ondertussen deed niet meer mee. Hitteproblemen en slordigheden van Hamilton zorgden ervoor dat het team kleurkloos op plek 3 en 5 eindigde. En daar was iedereen eigenlijk ook al heel blij mee.

De kans dat we over twee weken weer een race zien in verzengende hitte lijkt niet zo groot, over twee weken staat Hamiltons thuisrace op Silverstone op het programma. Dus dan is de status quo waarschijnlijk weer terug. Maar deze zondag had alles wat F1 nodig had: spanning, sensatie, inhaalacties, fouten en strijd vanaf minuut 1 tot de allerlaatste ronde. Heerlijk

95 – Froome

Helaas. Vandaag was er al weer nieuws waar je als wielerliefhebber absoluut niet op wacht: Chris Froome werd betrapt op een veel te hoge waarde in z’n urine als gevolg van een medicijn tegen astma.

Als Froome hier ongeschonden uitkomt – en ik denk dat het legal team van Sky hier wel een tijd mee bezig is – dan is de wielrenner Froome beschadigd. Het lijkt domweg niet gegund: een renner die zonder ook maar enige verdenking grote rondes weet te winnen, en ook Sky en Froome moeten zich weer in allerlei juridische bochten wringen om dit goed te praten.

Als neutrale wielersportliefhebber ligt cynisme op de loer. Ongeveer alle grote rondes raken jaar- in jaar uit besmet met valsspelers. Zelfs al blijkt Froome onschuldig dan nog blijft er altijd een verdacht randje. Kan iemand met astma uberhaupt dit soort prestaties leveren? En als ie daar doping voor nodig heeft, hoe legaal is het dan eigenlijk nog dat zo iemand deelneemt? Sky zoekt opnieuw allerlei grenzen van het toelaatbare op met medische attesten, en maakt zo zichzelf en de wielersport extra verdacht. Dat is tevens precies wat het wielrennen niet nodig heeft. Wat dat betreft was Dumoulin in de Giro een enorme verademing. Niet dat hij won, maar de manier waarop hij dat deed. Ook met menselijk ongemak en hele lastige dagen. Niet dat je met diarree ineens onschuldig bent, maar het toont wel iets menselijks dat de sport nu wel goed kan gebruiken.

83 – Max en nummer 3

Afgelopen zondag reed Max in een nogal eenzijdige race naar de eerste plaats. In de eerste bocht was hij Vettel voorbij, die toen tegen Lewis Hamilton aanreed.

Het venijn zat m misschien nog wel in de Renault motoren. Die van teamgenoot Ricciardo hield er vroegtijdig mee op. Die van Hulkenberg bleek onveilig vanwege de hybride motor. Die van Hartley vatte vlam en zo reden alleen Saintz (achterin) en Gasly (13de) nog met een Renault motor. En Max natuurlijk. Die bleef wel heel.

Alle pech die Max eerder dit seizoen overkwam lijkt nu afgewenteld: sterker nog: hij weet z’n motor heel te houden én op eigen kracht te winnen. Het maakte de race er niet bepaald spectaculairder op: stiekem is het veel leuker om Max te zien vechten voor plekken, vergezeld van brutale inhaalacties.

Het is niet te hopen dat Red Bull zich voor volgend seizoen nog veel meer verbeterd, want dan zou 2018 wel eens een heel saai racejaar kunnen worden. Het kan raar lopen in de sport.

80 – Kvyat

Gisteren werd bekend dat Daniil Kvyat niet meer terugkeert bij Toro Rosso. Hiermee komt een moeizame carriere in de Formule 1 voor Kvyat definitief tot een eind. Nadat hij vorig seizoen zijn stoel moest opgeven aan Max lukte het ook bij Toro Rosso nooit meer om echt tot indrukwekkende prestaties te komen. In z’n laatste GP in Austin reed hij nog wel punten naar huis, maar dat is kennelijk voor Helmut Marko niet meer genoeg. Je hoeft maar naar zijn opvolger Brendon Hartley te kijken hoe dat komt. Het verschil tussen beiden náást de baan is overduidelijk. Hartley is een Nieuw Zeelander die zó van het strand lijkt te komen, en de pers eerlijk, open en goedlachs te woord staat. Content, marketing en PR is voor Red Bull en zusterteam Toro Rosso belangrijk. Het gaat er uiteindelijk om dat de sterren in de auto’s toegankelijke en goedlachse helden zijn. De filmpjes uit de content-pool van Red Bull tonen dat wel in de hoofdmoot: Ricciardo en Verstappen rijden caravans aan gort, spelen ijshockey, Japanse vechtsporten of proberen een dorian te openen. Alles met lach en knipoog. En met succes; beide coureurs doen het goed óp en naast de baan.

Uiteraard moeten de rijders kwaliteiten hebben. Maar ze moeten ook te marketen zijn. Om deze reden zal een coureur als Raikkonen nooit bij Red Bull instappen. Ik gok erop dat dit ook meespeelt in de keuze om Kvyat te laten gaan. Best aardige gozer, maar niet echt een idool. Als de Formule 1 een podium is, dan moeten de coureurs de sterren zijn, en dat is Kvyat niet. Zeker niet als je als bijnaam ‘Torpedo’ krijgt vanwege de vele crashes die je hebt veroorzaakt. Als dan ook nog je resultaten te wensen over laten, of niet verbeteren dan is de keuze simpel.

75 – Jetlag

Omdat ik met een enorme jetlag in slaap was gevallen op de bank miste ik het kwalificatieduel tegen Wit Rusland. Dat was – las ik na afloop – enorm pover. Robben had de handdoek in de ring gegooid: het werd zeker geen 8 – 0 meer tegen Zweden.

Dat leek me ook niet.

Wederom mist Nederland een groot toernooi, en ik denk dat ik mijn zoontje moet opvoeden met het idee dat kijken naar het Nederlands elftal op een groot toernooi vooral een vrouwenaangelegenheid is.

Dit team is het ook gewoon niet. Deze hele nieuwe lichting is gewoon te flets, te pover en te anoniem. Niemand lijkt écht perse naar een WK of EK te moeten. Iedereen lijkt stiekem te denken dat het seizoen in de Spaanse, Italiaanse of Engelse competitie al lang genoeg is, en dat het opofferen van een zomer in Rusland of Dubai helemaal geen goed idee is. Stiekem kan ik daar best wel een beetje inkomen.

Het is de hoogste tijd dat de KNVB kiest voor de toekomst. Hopelijk is Everton snel klaar met Ronald Koeman: dan is de weg vrij om Ronald en Erwin een langdurig contract te geven om een nieuw Nederlands elftal te bouwen. Van een groep van 20 individuen een team te bouwen van spelers die ook écht willen. En die ook ingespeeld en kansrijk zijn om mee te doen op een EK of WK. Dat moet echt niet supermoelijk zijn, maar gaat waarschijnlijk wel even een paar jaartjes tijd kosten. Tot die tijd meld ik m’n zoontje wel dat ie heus nog wel een keer kan kijken naar Nederland.

73 – Sepang

Het kwam allemaal mooi samen: een weekje weg, broertje opzoeken en dan ook nog de Formule 1 race meepakken. Zo zaten we zaterdagmiddag op  de tribune in Sepang: het circuit dat dit jaar voor het laatst op de kalender staat.

Zaterdag waren er al opvallend veel liefhebbers en Nederlanders, en daar zagen we hoe Max de derde startplek pakte. Netjes. Tevreden verlieten we het circuit weer.

Zondag was de rit naar Sepang een flinke uitdaging. Normaliter duurt een taxiritje naar Sepang ongeveer een halfuur, maar we deden er in het verkeer ruim 2 uur en een kwartier over. Alsnog zaten we op tijd op de tribune. Achter die tribune hadden de Malei wat stalletjes neergezet met eten en drinken, dat eigenlijk al voordat de race goed- en wel was begonnen helemaal op was. Zo zaten we wel met wat drinken op de tribune, maar misten we eten.

Dat was niet het enige probleem. Na de heroische winst van Max dachten wij dat het leuk was nog even naar het podium te kijken. Probleem was echter dat we geen idee hadden hoe we daar kwamen. Via een illegale ingang (door een hek) kwamen we alsnog op het circuit, net als duizenden anderen, maar dit was niet bepaald de officiele route. Ook het circuit afkomen bleek een flinke uitdaging: uiteindelijk hebben we maar de bus gepakt, die er alsnog 2,5 uur over deed om ons af te zetten bij de Petronas Towers. Door zoveel (logistiek) geharrewar is het misschien ook wel logisch dat de organisatie Sepang liever ziet gaan: er gaat toch wel veel mis, afgezien van de spectaculaire race.

Toch was het een ervaring om nooit te vergeten. De tweede winst van Max, geheel op eigen kracht gedaan. Dat is iets wat je altijd bij zal blijven, want dat was een prachtig sportmoment van een legende-in-wording.

 

71 – Wielersucces

In de tijd van Michael Boogerd was het altijd hopen op misschien 1 klein overwinninkje in een bergrit. Heel soms kwam die er ook. En héél soms won er een Nederlandse renner ineens een grote klassieker. Maar de kansen bleken altijd moeizaam.

Tot dit jaar: de winnaar van de Giro en de wereldkampioen tijdrijden hebben zelfs dezelfde naam: Dumoulin. En dat niet alleen: er werden ook andere etappes gewonnen, onder meer Mollema in de Tour, maar zelfs de mooiste sprintetappe: die op de Champs Elysees was prooi voor Dylan Groenewegen. Kelderman deed het op zijn beurt weer uitstekend in de Vuelta, en kukelde de laatste dag op de Angliru van het podium. En bij de vrouwen hebben we ook een Nederlandse wereldkampioen tijdrijden met Annemieke van Vleuten én een olympisch kampioen op de weg. Wat een enorme weelde.

Dit blog heeft meer dan eens geschreven over Nederlands wielersucces, maar dat er zóveel wielersucces zou zijn in één jaar is toch een opmerkelijke prestatie. En het lijkt ook niet op korte termijn op te houden, want zowel Dumoulin, Kelderman, Kruiswijk en Mollema zijn nog jong genoeg om een aantal keer fantastisch mee te doen in de grote rondes. En als bijvoorbeeld iemand Wout Poels nog een keer kopman maakt dan rijdt deze ook mee om de prijzen.

Het grote gevaar is wellicht dat we nu teveel gaan verwachten. Dat de grote rondes altijd Nederlanders zullen hebben. Dat zou tegen kunnen vallen, maar mijn vermoeden en hoop is is dat Dumoulin de komende jaren niet de laatste Nederlander is die grote prijzen kan pakken. En dat is toch uitstekend nieuws.

69 – De steilste stukken op de Vuelta

De Vuelta had dit jaar weer een flink aantal geitenpaadjes opgezocht om de ronde weer zo spectaculair mogelijk te maken. Gisteren ook, toen er bergen moesten worden beklommen met stijgingspercentages boven de 20%. Froome verloor wat tijd, maar niet zóveel. Eigenlijk kwam de gehele top 20 afgepeigerd en uit elkaar getrokken aan op de berg.

De Vuelta en Giro beginnen zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker te manifesteren als een goed alternatief voor de Tour de France. De Tour mocht dit jaar gerust saai genoemd worden, terwijl er in zowel de Giro als de Vuelta vanalles gebeurde. Bij de Giro is er vaak een wat afwisselender parcours, terwijl de Vuelta vaker de extremen zoekt. De Vuelta heeft daarbij als voordeel dat het altijd de laatste grote ronde is, waardoor deelnemers aan de Tour/Giro het extra zwaar hebben.

Als de Tour niet luistert naar kritiek, lange en saaie platte etappes blijft programmeren in de eerste week dan voorspel ik dat het momentum nog meer komt te liggen op de andere rondes. Natuurlijk is er voor de ploegen, renners en publiek nog steeds veel prestige rondom de ‘grootste van de grootste ronde’ maar het moet ook gewoon spectakel worden. De organisaties van de Giro en Vuelta weten dat, en programmeren ieder jaar weer fantastische rondes over absurd steile klimmetjes, of schilderachtige bergen of besneeuwde bergtoppen. Dat maakt de sport voor de grote teams moeilijker te controleren, en voor de kijker alleen maar interessanter.

67 – de dramatische teloorgang van het Nederlands elftal

Het was een totaal kansloze missie tegen Frankrijk. Als amateurs liep oranje over het veld. Er werd geen duel gewonnen. Het was dat Frankrijk na de 3 – 0 gas terugnam, want anders was de vernedering nog veel groter geweest.

Er waren overigens nog steeds kansen om gewoon plaatsing af te dwingen. Door alle wedstrijden die kwamen te winnen. Gisteravond stond Bulgarije op het programma. Bepaald geen grootmacht, maar wederom droop het zelfvertrouwen er toch niet bepaald vanaf. Langzaam combinatiespel, vaak naar achter en weinig uitgespeelde mogelijkheden. Zo raar was dat natuurlijk ook niet: de Bulgaren wisten ook in welke kwetsbare positie Nederland zich bevindt en positioneerden zich met 10 man achter de bal.

Er werd gewonnen met 3-1, maar echt afgetekend was het nooit. Daar was het spel gewoon een beetje te flets voor. Maar goed: plaatsing is alsnog mogelijk door nog twee wedstrijden te winnen, én te hopen dat het doelsaldo geen factor wordt: Zweden werkte daar namelijk wel aan tegen Wit Rusland.

Het einddoel: plaatsing is echter niet echt de belangrijkste prio van Advocaat. Het doel moet worden om een herkenbaar elftal te bouwen, met 11 ploeggenoten die vertrouwen in elkaar hebben en goed ingespeeld raken. Dan heeft het ook weer zin om mee te doen op een toernooi. Nu doet iedere wedstrijd gewoon pijn aan je ogen. En niet omdat ze niet beter kúnnen: het merendeel van deze spelers zijn goedbetaalde profs in grote competities zoals de Bundesliga of de Premier league. In het Nederlands elftal lijken het echter meer hoofdklasse amateurs. Met zo’n team is het hardstikke leuk als je je kwalificeert, maar dan moet je er op een toernooi ook niks van verwachten. En dat is precies wat we juist wel doen als Nederland ooit weer eens meedoet.