Gisteravond hoorde ik voor het eerst ergens een stuk vuurwerk ontploffen. Als kind had ik een enorme fascinatie met vuurwerk, en ik maakte al op jonge leeftijd bestellijsten in Excel die uitrekenden wat ikvoor het beschikbare budget kon kopen.

Tijdens oud- en nieuwjaar stonden we hele dagen op straat om honderden astronauten af te schieten. Rond 2 uur ’s nachts was het dan afgelopen. Moe, koud en stinkend moesten we dan weer naar binnen. Op 1 januari mocht niks meer: behalve vegen en opruimen. Maar dan was ik het ook allemaal al wel beu.

Nu zie ik het toch wel anders: die verstikkende rook iets na twaalfen: de brandjes op straat. De knallen van (illegaal) vuurwerk dat tot diep in de nacht wordt afgestoken: ik denk dat vuurwerk het bewijs is dat tradities best aan verandering onderhevig kunnen zijn. Want hoewel er groep mensen is die het prachtig vinden wordt die groep ook steeds kleiner. Het zou me weinig verbazen als deze traditie over een jaar of 2 helemaal afgeschaft wordt. Dan zijn er op centrale plekken grote vuurwerkshows, en dat is t dan wel. Misschien wel net zo makkelijk.