Vroeger, toen ik nog vaker in de randstad was maakte ik gebruik van Uber, als alternatief voor de vaak-afwezige OV fiets. Dat klinkt nogal vreemd: fiets vs taxi, maar was wel de denkrichting.
Bij allebei kom je precies op de plek van bestemming aan, in tegenstelling tot OV. Beide vervoersmiddelen hoef je niet te delen, en er zijn minder wachttijden dan het OV.
Toch was ook Uber lang niet altijd perfect: lang wachten op ritjes, asociale chauffeurs of chauffeurs die de route niet weten, uiteindelijk bleek het ook allemaal zeker niet perfect. De eerste keer zie je dat als ongemakjes, maar na verloop van tijd wordt de inconsistente dienstverlening toch wat ongemakkelijk, zeker voor de prijs.
En ook achter de schermen rommelt het. De CEO van Uber is na een video waarop hij een chauffeur bekritiseerd in opspraak, evenals een aantal vrouwelijke ex-werknemers die Uber beschuldigen van sexisme.
Het bedrijf heeft jarenlang – ook in Nederland – in de clinch gelegen met overheden vanwege de vermeende illegaliteit van de dienst, en lijkt nu van binnenuit te imploderen. Ook misleide Uber overheidsfunctionarissen die de app installeerden om controles uit te voeren door deze mensen te flaggen: ze werden automatisch op een lijst gezet met mensen die alleen bepaalde diensten konden bestellen. Ooit was Uber een zogenaamde unicorn: een van de bedrijven die het vanuit Silicon Valley had gemaakt. Grote investeerders, en een enorme expansiedrift zorgen er nu voor dat er met argusogen wordt gekeken naar het bedrijf achter Uber, en de werknemers. Dan is technologie misschien niet meer leidend, maar zijn menselijke mores belangrijker.