De bekerfinale wordt altijd op een zondag gespeeld, en op een tijdstip dat ik altijd te laat de TV aan zet. Om niet van die traditie af te stappen zette ik de TV aan toen de wedstrijd een halfuur bezig was. Ik had niet veel gemist, behalve dat AZ iets beter was.
Nog niet eens zo lang geleden won FC Groningen de beker, Ruznak schoot twee keer raak tegen eerdere winnaar Zwolle, het werd uitgebreid gevierd in de stad. Er was een parade, en het hele stadspark stond te juichen. Man van weinig charisma Erwin van de Looi leek zelfs blij. Antonia hield een weergaloze speech en zo gebeurde er nog wel meer in de stad, die nog nooit een prijs had gewonnen, afgezien van een aantal promoties in de Jupiler League.
Dit keer waren AZ en Vitesse aan de beurt, twee teams die ik het eigenlijk allebei evenveel gunde. Vitesse misschien net iets meer, omdat hun prijzenkast ook nog leeg was. In de tweede helft kwam er een vlijmscherpe voorzet voor het doel. Teruggekeerde held Van Wolfswinkel kopte in. Toen hij een paar minuten later Vlaar lelijk te kijk zette bij de 2-0 wist je dat deze jongen waarschijnlijk een groot standbeeld krijgt, ergens in Arnhem. Een lege prijzenkast die niet meer zo leeg is: er staat nu één mooie beker in, en natuurlijk die achterlijke badjassen. Maar goed; ook die lulligheid hoort een beetje bij de beker.