De Vuelta had dit jaar weer een flink aantal geitenpaadjes opgezocht om de ronde weer zo spectaculair mogelijk te maken. Gisteren ook, toen er bergen moesten worden beklommen met stijgingspercentages boven de 20%. Froome verloor wat tijd, maar niet zóveel. Eigenlijk kwam de gehele top 20 afgepeigerd en uit elkaar getrokken aan op de berg.
De Vuelta en Giro beginnen zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker te manifesteren als een goed alternatief voor de Tour de France. De Tour mocht dit jaar gerust saai genoemd worden, terwijl er in zowel de Giro als de Vuelta vanalles gebeurde. Bij de Giro is er vaak een wat afwisselender parcours, terwijl de Vuelta vaker de extremen zoekt. De Vuelta heeft daarbij als voordeel dat het altijd de laatste grote ronde is, waardoor deelnemers aan de Tour/Giro het extra zwaar hebben.
Als de Tour niet luistert naar kritiek, lange en saaie platte etappes blijft programmeren in de eerste week dan voorspel ik dat het momentum nog meer komt te liggen op de andere rondes. Natuurlijk is er voor de ploegen, renners en publiek nog steeds veel prestige rondom de ‘grootste van de grootste ronde’ maar het moet ook gewoon spectakel worden. De organisaties van de Giro en Vuelta weten dat, en programmeren ieder jaar weer fantastische rondes over absurd steile klimmetjes, of schilderachtige bergen of besneeuwde bergtoppen. Dat maakt de sport voor de grote teams moeilijker te controleren, en voor de kijker alleen maar interessanter.