Het kwam allemaal mooi samen: een weekje weg, broertje opzoeken en dan ook nog de Formule 1 race meepakken. Zo zaten we zaterdagmiddag op  de tribune in Sepang: het circuit dat dit jaar voor het laatst op de kalender staat.

Zaterdag waren er al opvallend veel liefhebbers en Nederlanders, en daar zagen we hoe Max de derde startplek pakte. Netjes. Tevreden verlieten we het circuit weer.

Zondag was de rit naar Sepang een flinke uitdaging. Normaliter duurt een taxiritje naar Sepang ongeveer een halfuur, maar we deden er in het verkeer ruim 2 uur en een kwartier over. Alsnog zaten we op tijd op de tribune. Achter die tribune hadden de Malei wat stalletjes neergezet met eten en drinken, dat eigenlijk al voordat de race goed- en wel was begonnen helemaal op was. Zo zaten we wel met wat drinken op de tribune, maar misten we eten.

Dat was niet het enige probleem. Na de heroische winst van Max dachten wij dat het leuk was nog even naar het podium te kijken. Probleem was echter dat we geen idee hadden hoe we daar kwamen. Via een illegale ingang (door een hek) kwamen we alsnog op het circuit, net als duizenden anderen, maar dit was niet bepaald de officiele route. Ook het circuit afkomen bleek een flinke uitdaging: uiteindelijk hebben we maar de bus gepakt, die er alsnog 2,5 uur over deed om ons af te zetten bij de Petronas Towers. Door zoveel (logistiek) geharrewar is het misschien ook wel logisch dat de organisatie Sepang liever ziet gaan: er gaat toch wel veel mis, afgezien van de spectaculaire race.

Toch was het een ervaring om nooit te vergeten. De tweede winst van Max, geheel op eigen kracht gedaan. Dat is iets wat je altijd bij zal blijven, want dat was een prachtig sportmoment van een legende-in-wording.