Ik ben net oud genoeg om Ajax twee keer de Champions League te hebben zien winnen. In de tijd dat dat nog kon. Nu is dat volstrekt ondenkbaar, maar voor die clubs heeft de UEFA iets bedacht: de Europa League. Net een treetje lager, maar wel beter betaalbaar met bescheidenere budgetten.
In de kelders van de Europa League is het vaak vliegen naar Oostblokachtige landen, om te spelen tegen clubs die geen presentator kan uitspreken. Dnepr Dnerepovksi enzo. Veel van die clubs zijn dan ook snel uitgespeeld: te koud, te winderig en geen kip in het stadion. Snel die wedstrijd buiten het zicht van de camera’s afmaken, en weer focussen op de competitie, lijken veel Nederlandse clubs te denken. Als je denkt aan Europees voetbal dan hoop je erop dat je tegen een aansprekende club uit Spanje, Portugal of Italië mag, in een sfeervol stadion met mooi voetbal. In werkelijkheid sta je bij -10 te blauwbekken.
Toen Ajax een paar weken geleden ineens onder de voet dreigde te worden gelopen door een sterk spelend Schalde schreef ik over een voetbalwonder: Ajax won en mocht na loting tegen Lyon. Een club zonder pannekoeken, anders kom je niet zo ver in de Europa League.
Lang verhaal kort: Ajax mag dit seizoen dan wel het landskampioenschap missen: er zit in ieder geval voorzichtige glans aan de Europese campagne. Het speelde de sterren van de hemel. Zo goed dat het zelfs een genot was om naar te kijken: zoveel mooie kansen, mogelijkheden en splijtende dieptepasses had ik zelden gezien in een Europese wedstrijd. Na afloop was er geen kritiek, maar stelde iedereen dat het ook best 5-1 of zelfs 6-1 had kunnen zijn. Daarmee was de deur definitief dichtgegaan voor Lyon. De vermaledijde uitgoals tellen immers dubbel. Met één zwak moment zoals tegen Schalke kan het alsnog helemaal verkeerd gaan, maar hopelijk heeft het team daar ook weer lessen uit getrokken. Het word nog een interessante voetbalweek.